Overal waar je tegenwoordig kijkt, is het groen wat de klok slaat. In Chiapas, Mexico, worden inheemse boeren betaald om het grote regenwoudgebied in Meso-Amerika te beschermen. In de Braziliaanse Amazone krijgen boerengezinnen elke maand een ‘groen mandje’ met daarin een basis voedselpakket, zodat ze rond kunnen komen zonder bomen om te hoeven hakken. In Kenia krijgen kleine boeren, die klimaat-bestendige bomen planten en groene zones beschermen, betaling in het vooruitzicht gesteld voor hun bijdrage aan het terugdringen van de opwarming van de aarde. In Mozambique, een van de armste landen in de wereld, wordt 19 procent van de landoppervlakte geleased aan een Britse kapitaalfirma, die gezinnen betaalt om te herbebossen. Dit zijn een aantal van de belangrijkste projecten die samen de z.g. ‘groene economie’ vormen: een recente benadering, die belooft de ecologie van onze planeet te beschermen en tegelijkertijd een impuls aan de economie te geven en de armoede te bestrijden. Dit mag op het eerste gezicht een prima ontwikkeling lijken, maar tijdens de United Nations Rio+20 Earth Summit, een wereldtop over de aarde van de Verenigde Naties, werden door duizenden mensen, die samengekomen waren op een alternatieve Top van het Volk, dit soort benaderingen van het milieubeheer veroordeeld. Als de sociale bewegingen die bij elkaar kwamen in Rio één gemeenschappelijke credo hadden dan was het wel een “Nee tegen de groene economie.”
Klik hier voor volledig bericht.