De transitie naar een duurzame toekomst kan niet zonder diepgaande verandering van de maatschappij, stellen Anneleen Kenis en Matthias Lievens in hun pas bij Jan van Arkel verschenen boek: ‘De mythe van de groene economie’. Op de agenda van tal van NGO’s en bedrijven staat al enige tijd de kreet centraal: ‘People, planet, profit’. Dit klinkt als een hoopvol perspectief: winst maken en tegelijk het milieu en de mens respecteren. Maar als het toch allemaal zo gemakkelijk is, waar wacht men dan nog op om er voluit voor te gaan?
Het probleem is dat de ‘groene economie’, zoals ze vandaag vorm krijgt, een mythe is, gebaseerd op een aantal ficties: alsof je groen kunt zijn en tegelijk de kaart kunt trekken van ongebreidelde groei, alsof je altijd win-win situaties kunt creëren, alsof je met marktmechanismen ook sociale doelstellingen kunt realiseren, alsof je met emissiehandel de ontwikkeling in het Zuiden kunt creëren. De groene economie lijkt niet zozeer te gaan over het vergroenen van de economie, als wel over het ‘kapitaliseren’ van het groene gedachtegoed.
Peter Polder, actief in Transition Towns Nederland, Peakoil Nederland, GroenFront! en zijn bedrijf ‘Voorbij de Olie Consultancy’, schreef het hier volgende voorwoord bij dit boek.
Het groeidogma van onderop aanpakken
Ik ontmoette de schrijvers van dit boek voor het eerst op de mislukte klimaattop in Kopenhagen van december 2009. De milieubeweging, media en politici schiepen in de maanden vooraf een opgewonden optimistische hype over deze historische top. Er zou een doorbraak komen in de al lang aanslepende internationale onderhandelingen rond de klimaatcrisis. Er zouden win-win oplossingen komen: groene economische groei, nieuwe banen en economische kansen.
Groene economie de hype van Kopenhagen
Tal van mensen die naar Kopenhagen waren gekomen om te pleiten voor climate justice keken met stijgende verbazing toe hoe de hype werd opgeklopt. Wie de onderhandelingen op de voet volgde, zag de kansen op een deal met de dag slinken. Maar veel belangrijker was de inhoud van de mogelijke deal. Wat in Kopenhagen op tafel lag, ging niet over het oplossen van de klimaatcrisis. Het ging over het in het leven roepen van een nieuwe speculatieve markt in emissierechten en subsidies voor de handel in biobrandstoffen en zelfs kernenergie.
Het waren niet enkel bedrijven en regeringsleiders die deze agenda voorstelden. Ook het discours van veel mainstream ngo’s stond bol van beloftes over zogenaamde groene groei, emissiehandel, biobrandstoffen en op marktprincipes gebaseerde verdragen om regenwouden te beschermen. Een aantal vakbonden deed niet beter.
Dat bracht ons in een vreemd spagaat. We hoopten dat de top zou lukken, in de zin dat er een internationaal akkoord zou worden gesloten om de klimaatcrisis te beslechten. En we hoopten tegelijk dat de klimaattop zou mislukken, omdat de deal die op tafel lag slechter was dan de kwaal. Het zou de klimaatcrisis niet oplossen en de sociale problemen die er zo nauw mee samen hangen nog verscherpen.
Start Climate Justice beweging
Maar Kopenhagen was ook een sleutelmoment voor de jonge climate justice beweging. Met een bonte coalitie van allerlei internationale bewegingen en actiegroepen, variërend van actievoerders uit Europa via landloze boeren uit Latijns-Amerika tot vertegenwoordigers van inheemse groepen, trachtten we een heel andere boodschap te verspreiden. Die was eigenlijk relatief simpel:
“Op een eindige planeet met een eindige voorraad grondstoffen is geen oneindige economische groei mogelijk. Fossiele brandstoffen laat je best onder de grond. En gemeenschappen moeten opnieuw controle verwerven over wat en hoe geproduceerd wordt.”
Wij wilden het hebben over oplossingen die erkennen dat de klimaatcrisis een onderdeel is van een systeemcrisis. Dat het probleem van de stijgende co2-uitstoot direct verbonden is met falende banken en groteske sociale ongelijkheid. Samen met groepen uit het Zuiden trachtten we oplossingen onder de aandacht te brengen die de stijgende co2-uitstoot ook daadwerkelijk doen dalen, de urgentie van het probleem ernstig nemen en tegelijk breken met het dogma van de economische groei.
Oplossingen die zich al in de praktijk bewezen hebben en kunnen rekenen op brede steun vanuit de bevolking omdat ze tegelijkertijd iets doen aan sociale ongelijkheid. Helaas moeten kleinschalige landbouwmethodes, die juist veel co2 in de bodem opslaan en gezond en goedkoop voedsel leveren, het steeds meer afleggen tegen gentech bomen van chemieconcerns die azen op subsidies voor onderzoek naar het opvoeren van de groeisnelheid van hun gewassen.
Durft milieubeweging de ongemakkelijke waarheid te verkondigen?
De top eindigde met traangas in de straten en vastgelopen onderhandelingen. Om de boel te redden drongen de VS onder leiding van Obama een akkoord op dat bol stond van vage beloftes over halve oplossingen. Velen in de milieubeweging hielden aan die top een stevige kater over. Van de optimistische hype was niets meer over. Wat overbleef was de confronterende waarheid dat we niet konden rekenen op een politieke oplossing, en dat de duurzame revolutie van onderop zou moeten komen. Voorwaar een gigantische uitdaging in een tijdspanne die steeds korter wordt.
Ik hoop dat dit boek er in slaagt om de discussie over het groei-dogma weer terug op de agenda van de milieubeweging te zetten en mensen inspireert om na te denken over alternatieven voor de ‘groene economie’. Durft de milieubeweging het aan om de ongemakkelijke waarheden te verkondigen?
Peter Polder
Auteurs
Anneleen Kenis (1980) is licentiaat in de psychologie en master in de duurzame ontwikkeling en menselijke ecologie. Ze is onderzoekster aan de KU Leuven waar ze momenteel werkt aan een doctoraat over ecologisch burgerschap, bewegingsopbouw en politisering. Anneleen nam deel aan talrijke klimaatacties in binnen- en buitenland.
Matthias Lievens (1980) is licentiaat in de politieke wetenschappen, de sociale en culturele antropologie, en de filosofie; hij schreef een doctoraat in de politieke filosofie. Momenteel werkt hij als post-doctoraal onderzoeker aan de KULeuven. Matthias is actief in de vzw Climaxi. Hij is (co-)auteur van ‘Gebroken Vitrines. De andersglobalisten tien jaar na Seattle’, en van ‘Socialisme en Democratie in de 21ste eeuw’.
Downloads
- De inhoudsopgave van De mythe van de groene economie
- Het voorwoord van Erik Swyngedouw
- De proloog
- Stemmen over De mythe van de groene economie
- Artikel De groene economie en zijn mythes
- NRC-bespreking van De mythe van de groene economie
- De donkere kant van ‘de groene economie’